Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Zodat] de koning [24]met kracht riep dat men [25]de sterrekijkers, de Chaldeen en de waarzeggers inbrengen zou; [en] de koning [26]antwoordde en zeide tot de wijzen van Babel: Alle man, die dit schrift lezen, en deszelfs uitlegging mij te kennen zal geven, die zal met [27]purper gekleed worden, met een gouden [28]keten om zijn hals, en [29]hij zal de derde heerser [30]in dit koninkrijk zijn. 24. Of, met macht; dat is, overluid, dat het alle man bescheidenlijk hoorde. Het betaamde wel de waardigheid van den koninklijken persoon niet aan de tafel luide te roepen, maar hiermede wordt aangewezen de bangheid en schrik, die den koning omvangen had. 25. Versta onder deze drie soorten ook die allen, die genoemd staan hfdst.1 vs.20, en hfdst.2 vs.2,27, zie aldaar. Daniel was in vergetenheid gesteld, onaangezien hij enige jaren hier tevoren aan den grootvader van dezen koning zijn droom had uitgelegd, hfdst.2:. 26. Dat is, ving aan te spreken, gelijk elders meer. 27. Dit is zoveel te zeggen, als dat de koning dien, die dit schrift kon lezen en uitleggen, zou rekenen of stellen onder het getal zijner vorsten en der groten van zijn rijk; want eertijds droegen de vorsten en de statelijksten aan de hoven der koningen zodanige klederen, zij en geen andere personen. 28. Anders: gouden halsbanden, of gouden ketens, want de Chaldeeuwse tekst wordt verscheidenlijk gelezen. 29. Anders: hij zal over het derde deel van het koninkrijk heersen; alzo onder hfdst.6 vs.2, en in vs.16,29. 30. Te weten in het koninkrijk van Babel.